Een fragment uit het boek Slanker door kanker van Siebe Wittebrood. ‘Ik wil mijn voeten kunnen zien, zonder mijn buik in te houden.’ Op naar de sportschool dus.

Voor ik het goed en wel in de gaten heb, ben ik bezig met mijn warming-up. Dit gaat super, zo lastig is het dus niet, denk ik na ruim dertig seconden.

Goed, mijn ademhaling zit wat hoog en ik voel mijn benen een beetje zeuren.

Maar dat is vast normaal voor een sporter van mijn kaliber. Na een paar minuten is dit zeurende gevoel echter alleen maar heviger geworden. Het lukt me niet om mijn ademhaling onder controle te krijgen en nog voor ik het door heb, wordt het zwart voor mijn ogen.

Het volgende moment lig ik naar het plafond van de sportschool te staren. Al snel staat de vrijwilliger naast me. Met een paar gerichte vragen concludeert hij dat ik ben flauwgevallen. Hij geeft aan dat dit eigenlijk niet normaal is. Zelfs iemand met een beperkte conditie zoals ik zou deze basic oefening moeten kunnen voltooien.

‘Zou je niet eens langs de dokter gaan?’

Terwijl ik in de auto terug naar huis rijd, spookt die laatste opmerking door m’n hoofd. Ik krijg de laatste tijd steeds vaker te horen dat ik bleek zie. Mijn antwoord is dan dat ik niet zo’n zonaanbidder ben. Al dat zand op plaatsen waar het amper weer weg te krijgen is, plus de verveling die na twintig minuten optreedt, maken van mij geen strandman. Maar het is al een tijdje mooi weer en dus zie je steeds meer bruine snoetjes op straat verschijnen. Dan lijk ik inderdaad snel bleek.

Als ik dat uiterlijk optel bij mijn flauwte in de sportschool en bij het feit dat ik in drie maanden ruim dertien kilo afgevallen ben zonder daar iets voor te hoeven doen, plus mijn moeheid van de laatste weken, dan klopt er toch iets niet. Het is tijd om een afspraak te maken bij de huisarts.

 

einde fragment

Je kan het boek hier bestellen.