Het duurde acht jaar voor auteur Ilse Ruijters zwanger werd en beviel van een dochter.
Over haar zwangerschapstraject en over andere stellen die moeite hadden om in verwachting te raken, schreef ze het boek Vruchtbaar. Met niet alleen ervaringsverhalen, maar ook veel praktische informatie.
‘Ik wilde er een licht boek van maken dat je lucht geeft en tot steun kan zijn.’
Hoewel ze normaal gesproken vooral thrillers schrijft, wilde Ilse Ruijters (1979) nu een boek schrijven over het zwangerschapstraject. Niet alleen omdat ze het zelf had meegemaakt, maar ook omdat ze zag hoe gevoelig het lag om erover te praten, zelfs met anderen die in dezelfde situatie zaten.
Ilse: ‘Mijn man en ik volgden hier in Almere, in het Flevoziekenhuis, een traject voor IUI (intra-uteriene inseminatie) en IVF. Op een dag zat ik met een vrouw in de wachtkamer die constant op haar telefoon aan het kijken was. Wat vreemd, dacht ik, we maken hetzelfde door maar we leggen geen contact. Dat komt natuurlijk omdat je niet weet in welke fase de ander zit: ze kan er zijn voor een intake, voor een terugplaatsing (van embryo’s) maar misschien ook voor een gesprek waarin ze te horen zal krijgen dat het bij haar niet gaat lukken. Hoe dan ook, hier praat je niet over. Dat was voor mij het moment te besluiten een boek te schrijven dat hopelijk tot steun kan zijn. Ik wilde graag vertellen wat ik had meegemaakt.
Ervaringsverhalen maken het iets makkelijker om met de situatie om te gaan.’
Je hebt er bewust voor gekozen niet alleen je eigen verhaal te vertellen, maar ook anderen te interviewen en veel praktische informatie te geven. Waarom?
‘Met één ervaringsverhaal volg je alleen het leven van deze persoon, en dat hoeft niet het jouwe te zijn. Alleen een technisch verhaal vond ik te zakelijk, mijn arts zou me dat gedeelte toch wel uitleggen. Ik wilde het boek schrijven dat ik zelf miste, dat beide zaken combineert, maar ik wilde ook laten zien welke mogelijkheden er nog meer zijn.
Toen ik op mijn 28ste het aanbod kreeg om een traject te beginnen, ben ik zo’n beetje het ziekenhuis uit gerend. Dat nieuws wilde ik niet horen… Ik wilde gewoon zwanger worden in mijn bed. Dat soort aspecten wilde ik ook in mijn boek. Je hoeft niet per se een westers medisch traject in. Daarom schrijf ik ook over een route in het alternatieve circuit. Het is zo makkelijk om naar de huisarts te gaan, je te laten doorverwijzen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis om daar een medisch traject in te gaan. Niks mis mee hoor, wij hebben het ook zo gedaan, maar je kunt beter kiezen als je weet welke smaken er zijn.
In het Flevoziekenhuis liggen bijvoorbeeld de fertiliteitskliniek en gynaecologie naast elkaar, waardoor je praktisch altijd in de lift staat met vrouwen die hoogzwanger zijn. Dat is niet leuk. In een focuskliniek, waar ze niets anders doen dan mensen helpen zwanger te worden, kom je hen niet tegen. Ook is er wat te zeggen voor een academisch ziekenhuis, waar je kunt meedoen met een onderzoeksprogramma. Alle soorten klinieken hebben hun voor- en nadelen.’
Waarom stond het je de eerste keer zo tegen om mee te doen aan een zwangerschapstraject?
‘Ik schrok er vooral van. Dan val ik dus in de categorie die IVF nodig heeft? Niemand hoort graag bij de groep ‘patiënten’. Maar misschien hing het ook samen met de relatie die ik toen had. Nadat het uit was, ben ik drie jaar alleen geweest en realiseerde ik me dat ik best graag moeder wilde worden. Ik had me er overigens ook bij kunnen neerleggen als het niet was gelukt want ik haal ook al zo veel voldoening uit het schrijven. Een kind is geen voorwaarde voor geluk, ik ben al heel compleet van mezelf.
Toen ik 34 was, kwam ik Bas tegen, mijn huidige man. Ik vertelde hem dat ik niet zo vruchtbaar was. Hij had met zijn ex ook geen kinderen kunnen krijgen. We zijn snel gaan proberen want je voelt de tijd in je nek hijgen. Ik heb het medisch traject als heel fijn ervaren. Natuurlijk was het af en toe zwaar, maar we hebben het echt samen gedaan en daarin mooie momenten beleefd. Ik hoop dat dit uit mijn boek blijkt.’
Hoe komt het dat een zwangerschapstraject zo belastend is?
‘Het is niet zo erg om elke dag hormonen te spuiten en naar het ziekenhuis te gaan, als je maar weet waarvoor je het doet. Als je wist dat je uiteindelijk in verwachting zou raken, zou geen vrouw het moeilijk vinden.’
‘Maar het feit dat je het niet weet, je elke maand weer ongesteld wordt, dat maakt het zwaar.’
Wat waren voor jou de moeilijkste momenten in jullie traject?
‘Op een gegeven moment zei mijn man tegen me dat ik in verwachting was. Omdat hij zoiets nog nooit eerder had gezegd, dacht ik ook dat het zo was. Twee dagen was ik over tijd, toen werd ik ongesteld. Dat heeft er bij ons erg ingehakt. Toen de verpleegkundige me een paar maanden later belde en zei dat ik ‘hartstikke in verwachting was’, kon ik het niet geloven. Ik heb het Bas verteld, hem een knuffel gegeven en we zijn weer aan het werk gegaan. Ik wist dat ik blij was, maar ik kon het niet voelen. Dat kwam door die eerdere grote teleurstelling. Na deze gebeurtenis had ik eigenlijk alle hoop geblokt, ook al ging ik verder met het traject.’
Hoe was het om dit boek te schrijven na alles wat je zelf had meegemaakt?
‘Vooral bij het optekenen van de ervaringsverhalen heb ik na afloop soms huilend in de auto gezeten. Ik dacht dat ik zo goed door alles was heen gekomen, ik ben zo positief. Maar als ik anderen hoorde, wist ik weer dat we er enorm veel voor over hebben gehad om zwanger te worden. Wat zijn we eigenlijk ver gegaan.’
Je schreef in je voorwoord dat je, ondanks het beladen onderwerp, er toch ook een positief boek van wil maken. Hoe kan zoiets ook positief zijn?
‘Je bent samen met iets moois bezig, een kind… dat is toch het ultieme van het leven? Voordat ik aan het boek begon, zag ik dat veel vrouwen het zwaar hadden. Veel erger dan ik. Wat kon ik toch tegen hen zeggen om het iets lichter te maken? Je kunt allebei hetzelfde meemaken, maar het anders ervaren. Dat betekent overigens niet dat je gewoon ‘anders’ moet denken, want je hebt helemaal geen zeggenschap over hoe je iets ervaart. Maar ik wist wel dat ik er een licht boek van wilde maken dat je lucht geeft. Niemand zit te wachten op een boek dat met je meehuilt. Ik hoop dat ik er veel humor in heb kunnen stoppen. En ik wil graag de boodschap doorgeven dat je niet zoveel hoeft. Je voelt de tijd op je schouders drukken, het verlangen van je partner, de druk van je familie, dat van jezelf en dan moet je ook nog van alles op medisch gebied. In Vruchtbaar wil ik benadrukken: dit zijn de mogelijkheden, maar je hoèft het niet te doen.’
‘Het is niet jouw schuld’. Het is heel belangrijk om zoiets te horen.’
Maar je wil toch ook juist graag tips krijgen, iets om je aan vast te houden?
‘Ja, maar de vraag wat iemand nou echt zèlf wil, wordt te weinig gesteld in een traject. Je dendert maar door. Je eerste IVF-poging is mislukt en dus maak je een afspraak voor een tweede. Maar weinig artsen vragen of je wel een tweede kans wil en geven je de tijd om erover na te denken. Mijn boodschap is niet dat je er maar mee moet stoppen, maar twijfels mogen er ook zijn. Een mooie uitspraak in mijn boek komt van fertiliteitsarts Kimiko Kleiman die tegen vrouwen met een miskraam zegt: ‘Het is niet jouw schuld’. Het is heel belangrijk om zoiets te horen. Je weet met je verstand heus wel dat het niet jouw schuld is, maar toch… Als iemand het in zo’n geval tegen mij zou zeggen, werkt het helend.’
Je hebt veel stellen geïnterviewd over hun traject. Welk verhaal maakte diepe indruk op je?
‘Dat van een stel dat uiteindelijk kinderloos is gebleven. Toen ik rond middernacht terugreed naar huis, was ik echt kapot. Ze waren zo vol liefde. Als er twee mensen in de wieg waren gelegd voor het ouderschap, waren zij het wel. Ze hadden er veel voor overgehad, maar moesten stoppen omdat haar lijf het niet meer trok. Voor hetzelfde geld had ik hier zo’n verhaal verteld. Je weet in het traject nooit of je wel of geen kinderen krijgt. Wat ik zo mooi vond, is dat ze wel in de rouw zijn, maar niet depressief of somber zijn geworden.’
Je relatie kan flink onder druk komen te staan. Hoe voorkom je dat?
‘Blijf het samen doen. Als vrouw word je een eiermachientje en je man is er voor het zaad. Dat haalt de romantiek er natuurlijk wel vanaf. Daarom moet je voor ogen blijven houden dat je niet alleen een kind wilt, maar een kind van jullie tweeën. Voor ons werkte het om veel met elkaar te praten. Maar je kunt ook iets leuks samen doen en het er juist even niet over te hebben. Geef ruimte om de kinderwens te parkeren. Net zoals je baarmoeder maar een onderdeel is van je lijf, is je kinderwens slechts een onderdeel van je relatie.’
Mensen in je omgeving kunnen onhandig reageren. In je boek geef je hen tips.
‘Vraag aan iemand die kinderen probeert te krijgen, hoe die wil worden benaderd en hou je daar dan ook aan. Als iemand zegt dat hij er best over wil vertellen maar niet wil zeggen waar hij precies zit in het traject, vraag er dan ook niet naar. Dat is natuurlijk lastig. Je bent nieuwsgierig en het ligt op het puntje van je tong om te vragen of de ander al iets meer weet. Maar hou je in. En bagatelliseer het niet. Het is zwaar, ook als je er makkelijk doorheen wandelt. En zeg niet: ‘Het komt wel goed.’ Dat is natuurlijk goed bedoeld, maar je weet namelijk niet of het goed komt. Steunender is misschien: ‘Ik gun het je zo ontzettend.’
Geïnteresseerd in het boek Vruchtbaar?
Je kan het boek hier bestellen
Trackbacks/Pingbacks