Q&A met Rob van Donselaar. In zijn boek Studio Zeezicht vertelt Rob enthousiast over zijn werk, gezin en het rock-’n-rollbestaan. Een zelfportret vol muzikale anekdotes.

Wie bent u?

Ik ben Rob van Donselaar. Muzikant, producer en studio-eigenaar. Ik speel dagelijks piano en schrijf daarbij liedjes voor mezelf en voor anderen. Daarnaast produceer ik muziek. Dit heb ik onder andere gedaan voor Guus Meeuwis, Abel en Rowwen Hèze.

Wat is uw achtergrond, waar komt u vandaan?

Ik ben geboren in Hilversum, maar al snel naar Haarlem verhuisd, gelukkig. Daar ben ik opgegroeid in een muzikaal gezin. Mijn vader was tenorsaxofonist en speelde jazz. Vanaf mijn tiende jaar ben ik zelf muziek gaan maken. Het begon met een klassieke gitaar. Hiervoor zat ik op les, maar al vrij snel (vanaf mijn 17e) speelde ik in een professionele band. Dat was ‘the Bintangs’.

Waarom dit boek?

Dit boek moest er komen voor mijn kinderen en kleinkinderen. Ik wil onze muzikale familiegeschiedenis met hen delen. Mijn vader was jazzmuzikant voor en tijdens de bezetting en oorlog in 40-45. Hij vertelde veel over die periode, meestal aan tafel, dan kwamen de verhalen over de bigband waarin hij tenorsax speelde. Meestal waren het hilarische verhalen. Dit was rond 1962, ik was toen een jaar of tien oud.

Vooral de laatste jaren is er bij mij een behoefte om deze en andere verhalen in een boekje te lezen, maar noch mijn vader noch iemand anders uit de bigband heeft ze opgeschreven. Ze dreigden dus verloren te raken. Nu, jaren later, heb ik niet alleen de verhalen van mijn vader verzameld, maar ook de vele avonturen die ik door de jaren heen zelf heb beleefd in de muziek. De optredens, de producties en de studio. Het opschrijven hiervan was bijna een logisch gevolg.

Waar gaat het boek over?

Het is een ‘breed’ boek. Ik schrijf niet alleen over muziek, maar ook over onderdelen van mijn persoonlijke leven. Voor mij logisch, omdat muziek nu eenmaal mijn leven is.

Hoe verliep het schrijfproces?

Het schrijven deed ik op Curacao en dan vooral ’s avonds en ’s nachts, in de koelte van de airco. Verder was er stilte, behalve dan het ruisen van de zee. Deze ingrediënten maakten dat ik geconcentreerd aan de verhalen kon werken. Dat is thuis wel anders.

Ik had trouwens niet verwacht dat het schrijven mij goed af zou gaan, maar dat is toch wel zo gebleken. De teksten rolde er vaak gewoonweg uit!

Het eindstadium van zo’n boek heeft wel iets weg van de productie van een album. Dan gaan zich er namelijk meer mensen mee bemoeien, zoals de uitgever en de mensen die redigeren. Dit heb ik als iets erg prettigs ervaren .

Heb je een anekdote van vroeger?

De anekdote is kort, maar wordt veel gebruikt in het boek. Komt ie!

‘Good day to you, sir. Is this Stoedio Zeeziekt?’
‘Yes sir, it is,’ antwoordde ik.
‘Okay, I am a lawyer in LA and a client of mine wishes to work in your studio at the end of March. Is your studio available?’
Ik wachtte en dacht na. Er waren klanten eind maart, maar die afspraken kon ik misschien verschuiven…
‘How many days, sir, and who is your client if I may ask?’ vroeg ik nieuwsgierig.
‘His name is Snoop, Snoop Dogg. You’ve probably heard that name before.’

 


Je kan het boek hier bestellen.